Verenigingen

Amicitia

Muziekvereniging “Amicitia”

“Dat kunnen we zelf ook wel” moet er helaas vaak aan gedacht en uitgesproken zijn tijdens de bijeenkomst in 1921, die op initiatief van pastor van Gent gehouden werd na de hoogmis in café Jans.

De verzamelde mannen waren het beu, dat bij kerkelijke plechtigheden de muziekkorpsen uit Escharen of Mill moesten komen opdraven om deze op te luisteren. Bovendien hadden zij wel zin in wat vertier, want verder was er niet veel te beleven in het dorp.

Al in 1908 was er een poging tot een duurzame economie. De fanfare in Escharen (waar Langenboom tezamen één gemeente mee vormde) was ter ziele gegaan en die instrumenten wilde mannen graag gebruiken. Men richtte een plechtig verzoek tot overname aan het gemeentebestuur, maar men was helaas aan het verkeerde adres, waardoor ze tot de kerk van Escharen saain en deze stond ze niet af.
Toen in 1918 de kerk van Langenboom zich losmaakte van de kerk in Escharen en een zelfstandige parochie werd, bood daar ook een eigen fanfare bij te horen.
Het grote probleem met de financiering van de instrumenten. Het gelukte pastoor Van Gent om de benodigde gelden (Fl. 500,- geleend te krijgen bij Mej. Th. vd Hagen. Nu kon men van start gaan.

Bij de oprichting traden 19 teden toe, waarvan een bestuur werd gevormd: Martien Bongers (voorzitter), Bert Kuijpers (vice-voorzitter), Grad Braks (secretaris) en Jan Nuijen (bestuurslid).
Onwennig, maar vol goede moed werden de oude burgemeester van Gassel, Dhr. M. Peeters op de waardigee (tweede-hands) instrumenten de eerste tonen voortgebracht.
Als repetitielokaal fungeerde het patronaatsgebouw aan de Dorpsstraat. Dirigent, oftewel directeur zoals dat werd genoemd, was pastoor Van Gent zelf.
Als eerste werk werd duidelijk een processie-mars bestudeerd.

De nieuwe fanfare kreeg de naam “Amicitia” (Vriendschap).