Kerk en Kloosters Dominicanen

Bedevaart naar Handel

Bedevaart naar Handel

De “bevert” naar Maria van Handel: Voor velen is dat een herinnering uit het verleden, voor anderen nog een levende realiteit. Dit jaar (2009) vond voor de 110e keer deze bedevaart vanuit Langenboom naar Handel plaats. Een lange periode met een geheel eigen geschiedenis.

Hoe begon het in 1897?

Al jaren honderden honderden mannen te voet, en later met de trein vanuit Mill ter bedevaart naar Kevelaer. Dit stadje eerst eerst tot Geldern (Gelderland) en er werd Nederlands gesproken. In 1713 kwam het in handen van Pruisen, maar het volledige nog bij het bisdom Roermond. Toen het in 1823 overging naar het bisdom Munster werd er ook besloten, dat er eerst gepreekt werd in het Duits. Langzamerhand namen ook de mensen daar de Duitse taal over, hoewel mannen er al “plat” pratend nog aardig met de mensen kunnen spreken en er niet veel overeenkomsten zijn. Rond 1890 werd de invloed van Pruisen in Kevelaer steeds sterker en mannen werkten de bedevaart erg tegen. De pastoor van Escharen (waar Langenboom toen bij hoorde), J. Verberne, hield het toch nog vol, maar toen hij ontbrak was het afgelopen. In de kroniek van de Dominicanen staat als beschreven:

Graafsche Courant – 3 juni 1905

Daar de processie naar Kevelaar bij den dood van de vorige pastoor heeft opgehouden, zo heb ik ( dit was praeses pater Vincentius Zegers ) er lang over besloten om een ​​andere bedevaart op te gericht, nl. naar OLV de Troosteres van Handel, een eenvoudige plaats voor onze eenvoudige menschen. De Godsvrucht van OLV van Handel is op dezelfde tijd waarin onze H. Orde gesticht werd. Na bekende den Hoogeerwaarde Pater Lud. Theisseling te hebben geraadpleegd ontvangst ik van hem dit antwoord: “Tegen uwe processie van Handel heb ik niet het minste bezwaar, integendeel keur ik uw plan volkomen goed, indien U in gezamenlijk overleg met den pastoor van Escharen. Ik heb dan ook aan den ZE Heer E. van Hooff verlangen om te kennen gegeven en hij heeft mij meermalen verzekerd, dat hij er niets op tegen had en mij zelfs zijn Lieve Vrouwenbeeld afgestaan ​​​​om dit in de processie te dragen. Ik ben zo naar Handel geweest. om met den Zeereerw. Heer J. van Laarschot te raadplegen en wij hebben eindelijk besloten onze bedevaart te stellen op 7 juli, een voor de menselijke tijd tusschen den hooi- en roggeoogst. Na de menschen een paar weken eerder in het zingen van processie liedjes zondags na de Vespers geoefend te hebben zijn de pelgrims daags te voren op den 1 e  dinsdag van de maand te biechten en ter H. Communie ging, en kon dus ook niet de vollen aflaat in de genadekapel Te Handel verdienen.

Den 7 e  juli zijn door de pelgrims ‘s morgens om half 4 na den zegen met het Allerheiligste ontvangen te hebben, processie gewijs onder het zingen van een lied uit onze kerk getrokken, terwijl de karren, die genummerd waren op een rij geschaard stond; ik had meerdere dat de vrouwen van de men afgezonderd zouden plaatsennemen. Binnen 4 uren waren we over de Boekelschendijk en daarna binnen, de Handel gearriveerd, terwijl de eenzame weg aangenaam werd gemaakt door een afwisseling van zingen en uitgenodigd. Aan het klooster der Paters Capucijnen te Handel zijn allen van de karren afgezet, terwijl deze naar de uitspanning spoedden en de pelgrims in 2 rijen geschaard onder het zingen en geboden naar de genade kapel voltooid, waar een lied gezongen en hun kort woord van opwekking werd toegesproken. Ongeveer een kwartier over acht gingen allen naar de herberg om zich te versterken en waren weer om 9 uren in de genade kapel, waar een missa solemnis, geassisteerd door 2 confraters werd gedragen. Na de H. Mis bedoeld wij in een plechtige proccessie 2 maal rondom de kerk, terwijl het miraculeus beeld door 4 bruidjes werd gedragen, werd ik de pelgrims rondom de troon van de Troosteres der Bedrukten schaarde en den heelen Rozenkrans voorbad, ieder tientje tot een bijzondere intentie opdragende.

1921: Voor de 25e keer bedevaart

Om kwart over 11 verlaten de pelgrims de kerk en daarom door mij opgenomen zij in de 7 kapellen van OLVr. der Smarten bezoeken, op den Kerkendijk naar Gemert. Allen baden stichten elkaar door een grote en opgewekte Godsvrucht.

Om de helft waren allen weer in de kapel samen om het plechtig Lof gezongen door onze zangers die ook ‘s morgens een mis van Haller hadden gezongen. Nadat het Lof de pelgrims nog geen kwartier hun bagage had gegeven om te halen en de karren in te spannen, die vooruit gaan naar het klooster der paters Capucijnen; de pelgrims intusschen opgelost in 2 rijen uit de kapel daarheen. Ook de terugreis was waarlijk een feestelijke optocht, alle paarden waren versierd met 2 vlagjes van Handel. Halfweg werd door J. Prinsen een kleine halte gemaakt, niet bij het heengaan.

Omstreeks 8 uur waren wij weer in Langenboom, van waar de karren en pelgrims naar huis keerden, zonder onze kerk te zijn binnengetreden, want zondags daarna werd de volhardingspreek gehouden, de pelgrims bedankt voor hun trouwe opkomst en ‘s middags een Lof van dankzegging gehouden, waaronder het Te Deum van Neukom.

Deze eerste processie bestond uit 31 karren en 220 pelgrims, die allen over deze bedevaart uiterst tevreden waren. De collecte in 2 vroeg- en 2 hoogmissen gehouden heeft f. 27,59 opgebracht, waarvan ik betaald heb aan de kapel in Handel 15 gulden, aan de dienstboden van de Rector 3 en aan de koster 1 gulden; de rest gebruikt tot luisteren naar de processie.

1898: Den 26e Mei, een allergeschiktste tijd voor de menschen, die dan geen drukte hebben, wijl dan gewoonlijk zeer groote hitte nog niet heerscht, hebben wij op dezelfde wijze zoals verleden jaar, onze bedevaart gedaan. Het getal pelgrims was echter een derde grooter , ruim 300. Zeer velen hebben de reis te voet gemaakt, vandaar dat er dit jaar minder karren waren

1899: Het getal pelgrims op donderdag voor Pinksteren neemt jaarlijks toe, zo’n 350 personen namen deel. Een ernstig ongeval had bij de terugtocht in Boekel, een groot half uur van Handel plaats. Terwijl een pelgrim op de kar van Van Gaal wilde klimmen, ging diens paard achteruit, het gevolg was, dat ook het volgende paard achteruit moest gaan en aldus kwam kar en paard en al de pelgrims die op de kar zaten in een diepen sloot terecht.

 
 
 
 
 
 

 

 
Er bestond een verschrikkelijke commotie onder de pelgrims, die om strijd toesnelden om degenen die op de verongelukte kar zaten te rood en uit de kar en het water te trekken, wat God zij dank, goed gelukte, zoodat niemand gehinderd werd, namelijk een jongeling Bergmans genaamd, die bij het rood uit de kar zijn hand verstuikt heeft; men had de grootste moeite om het paard wat op zijn zijde diep in het water lag en zich niet kon bewegen te rood, na ruim ¼ uur bond men een touw aan zijn kop, trok daarmee en nu eindelijk sprong het uit het water, en werd weder in de kar gespannen, niets gebroken was dan slechts een beugel der huif. De kar was van Corn. Bongers in de Grasspeel.

Het ongeluk kan voornamelijk mechanisch worden, wijl mannen niet genoeg ruimte laat tusschen de karren. Ofschoon ik dit aan de pelgrims ook plantaardige heb oppervlakkig en ook nog den zondag te voren, vergeet mannen dit en zijn de karren te nauw betrokken. Door dit ongeluk onderricht, zullen mannen zich in acht nemen.

Ook moet er nog een ander misbruik worden afgeschaft; de pelgrims lopen te veel langs de karren, loopen soms tussen de karren door en kunnen een ongeluk bekoomen. Ik raad dan de leider der processie aan, dat de opmerkelijke pelgrims vóór de karren loopen, op deze wijze kunnen zij zich ook niet beklagen, dat de paarden te snel gaan, ook kan de leider zijn volk beter observeren

1901: Op 7 september heeft bisschop W. vd Ven van ‘s-Hertogenbosch een reglement voor de Langenboomse bedevaart naar Handel goedgekeurd. werd besloten dat de processie op woensdag voor Pinksteren zou optreden. Dat is heel lang zo bewaard gebleven.

1903: Met ontplooide vlaggen vertrokken rond 4 uur de processie naar Handel, terwijl vanaf de Capucijnen witte bruidjes en misdienaars gekleed in roode togen en superplies haar plechtig verkorten.

1921: Woensdag, den 11 e  Mei, vierde onze Processie naar Handel haar 25-jarig bestaan ​​en vertrok ook heden derwaarts met versierde karren, waarbij zich ongeveer 400 personen aansloten.

1922: Aan de processie op woensdag 31 mei namen ongeveer 430 persoonen deel. Bij die gelegenheid speelde onze Fanfare ‘t eerst in Handel.

1925: Als nieuwigheid dient bij de bedevaart naar Handel vermeld te worden, dat dit jaar verschillende pelgrims per autobus en vrachtauto gingen.

1926: De geloovigen werden aangemaand aan de oude wijze van bedevaart houden, te voet en per kar vast te houden. Toch zijn er nog 4 autobussen geweest. ‘t Aantal pelgrims was bijzonder hoog nl. 430. De eerste keer, dat de bedevaart ging waren er 31 karren, nu slechts 15.

1929: Er is onder de pelgrims een rossen grooter streven waar bereikbaar om zich voor deze tocht te doen vervoeren door autobussen. De Paters proberen deze bedevaart zoveel mogelijk te maken als voettocht, maar de ouderwetse en loffelijke manier van pelgrimeeren op den duur te handhaven zal zijn, is nog geen grote vraag.

1931: Deze keer waren er slechts 5 karren, nl. 4 huifkarren en 1 zonder huif. Een tijdje later volgden, soms in stukjes, de fietsen, terwijl 4 grote autobussen, waarvan een met de bruidjes, en 4 particuliere auto’s omstreeks 7 uur Langenboom verlaten.

1932: Van de paters namen alleen M. van Gent, pastoor en praeses en Pater Barth. van Os deel aan de processie. Omdat pater Smits, die anders de mis opdroeg, verhinderd werd, werd de predicatie aangehouden door een pater Capucijn.

1937: De enige van de paters die met de voetprocessie mee ging, was onze jonge pastoor.  (Hillen ) Er waren slechts twee karren bij. De bruidjes en de vier Lieve-Vrouwe draagsters gingen met de bus.

1938: Er waren zeer veel deelnemers: meer dan 500.

1940: Er staat in de kroon niets vermeld over een bedevaart naar Handel. De inval van de Duitsers op 10 mei was vrijdag voor Pinksteren. Twee dagen eerder had de processie waarschijnlijk wel plaatsgevonden, maar door alle consternatie daarna, heeft men er geen melding van gemaakt.

1941: Men verwachtte dit jaar geringere deelneming, omdat, omdat benzine schaarste geen autobussen konden gehuurd worden. Het aantal pelgrims was echter niet groter dan de voorgaande jaren

1997: Honderd jaar processie naar Handel. Baldakijndragers: Wim Verstegen –
Jo Verbeek en Jan Thelosen.

Bruidjes oa Angela Janssen – Karen Hendriks – Cindy Pittens – Suzanne de Veth 

1942: Dit jaar is de bedevaart niet doorgegaan. Het was voornamelijk dat de pelgrims een gedeelte van een binnenweg onder Volkel niet meer konden passeren, omdat dit stuk door de bezettingsautoriteiten werd beschouwd als verboden terrein van het vliegveld. Daarom was men genoodzaakt een omweg van een half uur te maken. Daarnaast verschenen enkele weken na Paschen een waarschuwing van de Procureur uit Den Bosch, dat mannen zich ook bij processies hadden aan de onduidelijke der bezettingsautoriteiten, dat niet meer dan 10 personen in groepsverband over de openbare weg mogelijk marcheren. Het sprak van zelf, dat is een maatregel om een ​​hele processie van 4 à 500 pelgrims gedurende de hele tocht gescheiden te houden, practisch onuitvoerbaar zou zijn. Wegens gevaar van verplaatsing en de indirect verbonden gevolgen werden van de bedevaartstocht afgezien en besloten winstgevender tijden van te wachten.

In 1942, 1943 en 1944 vond er geen bedevaart plaats.

1945: Op woensdag 16 mei werd om half 5 vertrokken bij Hartjes, riet vóór kwart 8 aan Huize Padua (De Kluis). Vijf karren en wel 600 voetgangers. Toestemming werd verboden om over het vliegveld te trekken, maar in een gesloten groep en zonder gebruik van de fiets. Pater Kolenberg ondanks de Mis op. Vorige jaren gebruikten Paters en Broeders ‘t middagmaal en ‘s morgens de koffie bij den Rector. Wegens schaarste van spijs en drank namen we thans brood, eieren enz. van huis mede. Ook de broeders Ludovicus, Dalmatius en Michael waren bij het gezelschap. Op de terugweg een mooi incident. Omdat men ‘s avonds zich niet stipt aan de gegeven orders had gehouden, mocht men ‘s avonds de kermis weg over het vliegveld niet volgen, wat de tocht ruim een ​​half uur verlengd heeft. Na Matte Christiaans aan ‘t Brugske werden de processiegangers afgehaald door de fanfare en onder een pittige mars werden de laatste honderden meters afgelegd.

1946: Via ‘t Oventje, Molenwijk, Boekel weer den langen weg. Voor het eerst na de oorlog mogen we de oude weg weer volgen vanaf de spoorlijn over het vliegveld. De 3 karren moeten vanwege de barricades niet omrijden. In Handel gaan de vrouwen twee aan twee met pastor Bruens op weg en mannen met kapelaan Van Deventer.

1947: Jubileum bedevaart naar Handel. Wij vieren ons gouden feest 1897-1947. Ontmoet ong. 700 pelgrims waren wij er. Acht versierde huifkarren verwerkt mede.

1950: Ong. 500 pelgrims aanwezig, waarvan 200 prachtig. Jammer dat alleen de ongetrouwde jeugd nog meeloopt. Volgend jaar aansporing tot de getrouwde mensen!

1959: Van de 430 deelnemers slechts 70 wandelaars, omdat Langenboom steeds meer gemotoriseerd reageert, zal het getal van de tippelaars steeds kleiner worden. De “Mariamerels” gingen mee met de fiets.

1997: 100 jaar parochie naar Handel: Voorop lopen Theo Maassen – Wim van der Hagen en Piet Bongers, dan volgen de bruidjes enz.

1997: draagsters van het Mariabeeld: Riek Thelosen-Kuijpers – Anneke Henst-Toenders en Riek Verstegen-Bongers, achter Dinie Raijmakers

1960: Dank zij de propaganda-preek van de pastoor op de voorgaande zondag, dank zij drie Zusters en 2 huifkarren, telden we dit jaar 550 deelnemers.

1961: Opnieuw trokken twee huifkarren mee, verzorgd door de RKJB. Ongeveer 75 deelnemers te voet.

1964: Bij de begrafenis van meester Janssen waren 75 jongens met het personeel van de Jongensschool aanwezig. We konden dit merken aan het aantal deelnemers aan de bedevaart naar Handel; bovendien werd een Boerendag in Liempde gehouden, zodat er slechts 360 deelnemers waren.

Aangezien in 1964 de Dominicanen uit Langenboom vertrokken, hield men ook op een kroniek bij de houden.

1997: Kaarsendragers Frank Hendriks en Harm de Kleijnen, daarvoor liep Ellen Hendriks

 

Koos Verstegen (geb. 1925) neemt al sinds zijn jeugd vrijwel alle jaren deel aan de bedevaart. Hij weet zich nog goed te herinneren, dat hij meereed met paard en kar. Er werd opgesteld bij D’n Tip in de Dempseystraat en klokslag vier uur in de morgen ging de stoet op weg. De Langstraat sloot later aan. Tot aan de Scheiwal was het grindweg, daarna begonnen de karrensporen. De voetgangers liepen op de fietspad. Vaak was het gras aan de kant nog nat, en kreeg men kletsnatte benen, want men probeerde toch met z’n tweeën te lopen. Halverwege bij een huis in Volkel, vlak bij het huidige Hemelrijk (de Witte Geit), stonden langs de weg emmers vol water. Er hingen pollepels in en driftig werd er gebruik van gemaakt om de dorst te lessen. Ook de paarden konden hier drinken. Bij de molen in Volkel kreeg men weer harde weg. Tijdens de tocht naar Handel werd er veel gebeden en gezongen, bijna geen tijd om te buurten. Voorbidder was Piet van de Venne uit de Langstraat. Hij had een zware, heldere stem, die overal bovenuit kwam. Later bad Hanneke Claassen van Herman Arts voor.

De karren waren beladen met behoorlijk wat eten. De bedevaartgangers moesten nuchter ’s morgens de voettocht aanvangen, vier uur lopen, dan de H. Mis en pas daarna mocht men gaan eten. Ze waren dan ook uitgehongerd en het eten brachten ze allemaal uit Langenboom mee. Alleen koffie werd in Handel gekocht. Omdat de pelgrims uit Langenboom zoveel eten meebrachten in biezen koffertjes, werd de processie door velen, ook buiten Langenboom, de “vreetprocessie” genoemd.

In Handel stonden bij de kapel enkele kramen waar allerlei scapuliermedailles, rozenkransen, Mariabeeldjes, souvenirs enz. gekocht konden worden, natuurlijk ontbrak een snoepkraam niet.


1997: Ieder jaar luistert het Gemengd Koor Crescendo de bedevaart met gezangen op. Vooraan lopen Jo Vervoort en Jo Verbeek. Dan de koorleden: Pieta Verstegen-Franken – Pieta Bongers-Braks – Marietje Nuijen-Straatman – Annie Arts-Bisseling (dirigente) – Martha Gelden-van der Horst – Annie van de Hark-Stroeken – Nellie de Klein-Hendriks – Dinie Thelosen-Kuijpers – Mien Reinen-Lukassen – Anna Willems-vd Burgt – Toos Verstegen-Reinen – Toos van der Horst-Cuppen en Annie Ermers-Hendriks

Sinds 1922 neemt de fanfare jaarlijks deel aan de bedevaart

Het aantal deelnemers nam af, omdat steeds meer mensen overdag verplicht werken. Daarom werd in de 70 `er jaren het besluit genomen om de processie op een zaterdag in mei te houden. Vanaf 1989 is de bedevaart op een woensdagavond in mei. In 1997 werd op plechtige wijze het 100-jarig bestaan ​​​​van de bedevaart gevierd, met een heuse processie vanaf Huize Padua naar Handel. Iedereen was er weer bij, de Maria-meisjes, de bruidjes, het baldakijn, de vlaggen, de fanfare, het gemengde koor enz.

De laatste jaren zijn er weer enkele deelnemers, die de bedevaart te voet beleven, terwijl ook een groep fietsers Handel bezoekt. Het aantal deelnemers bedraagt ​​ong. 100.